De vergadering van Algemene Zaken en Middelen had een 5-tal onderwerpen. Voordat er met de geagendeerde onderwerpen gestart werd heeft de fractie CDA bezwaar gemaakt over de koppeling van het agendapunt “Rekenkameronderzoek Grip op verbonden partijen in het sociaal domein” met het CDA verzoek om in de commissie GEZ de “besluitvorming van gemeenschappelijke regelingen zoals Rd4, woonvisie en retailvisie” te bespreken. Dat verzoek is door de commissie GEZ gedaan en hoort ook op de agenda van GEZ thuis en niet op de agenda van de commissie AZM, zeker omdat het een ander onderwerp betreft. Na enige discussie is het onderwerp “besluitvorming van gemeenschappelijke regelingen zoals Rd4, woonvisie en retailvisie” van de agenda van de commissie AZM afgehaald en verplaatst naar de commissie GEZ van september aanstaande.
Motie gemeente Hof van Twente inzake oproepen tot legalisering thuisteelt medicinale cannabis.
Naar aanleiding van het feit dat de zorgverzekeraars per 1 januari 2018 stoppen met het vergoeden van medicinale cannabis, heeft de gemeente Hof van Twente een motie tot legalisering van medicinale wiet unaniem aangenomen. Zij verzoekt de overige Nederlandse gemeenten deze motie te ondersteunen zodat er een krachtig signaal richting de Tweede Kamer kan worden gestuurd. Burgemeester Som memoreerde in zijn antwoord als verantwoordelijke portefeuillehouder dat er momenteel een gedoogconstructie van 5 wietplanten wordt gehanteerd en stelt de vergadering voor de motie van de gemeente Hof van Twente, in afwachting van de besluitvorming in de Eerste Kamer, af te wachten en tot die tijd aan te houden.
Motie gemeente Oostzaan inzake zwaar (illegaal) vuurwerk.
Deze motie, met de oproep om zwaar “illegaal” vuurwerk strafbaar te stellen werd unaniem door de commissie aangenomen en zal in de raadsvergadering van 5 juli a.s. als akkoordstuk dienen.
Evaluatie handhaving.
CDA Kerkrade heeft in het recente verleden diverse voorstellen ingediend voor meer zichtbaarheid van handhaving en politie in de wijken en heeft daaraan opnieuw gerefereerd. Portefeuillehouder Som heeft uitleg gegeven van hetgeen er tot nu toe is veranderd. Denk daarbij aan een nieuw team handhaving met een uitbreiding van het aantal mensen dat werkzaam is binnen dit team, het meer zichtbaar zijn voor de burgers, etc. Op basis daarvan heeft de portefeuillehouder voorgesteld om eerst te bekijken hoe de nieuwe werkwijze in de praktijk werkt. Op een later moment kunnen dan, wanneer er een evaluatie plaats heeft gevonden, indien nodig een of meerdere aanpassingsvoorstellen aan de Raad voorgelegd worden.
Presentatie vervolgaanpak Burgeronderzoek 2015.
In de presentatie werd de commissie geïnformeerd over het vervolg van de procesaanpak. Tijdens de commissievergadering van januari jl. zijn er door de commissie speerpunten aangeleverd die op dit moment verder worden uitgewerkt. Het Burgeronderzoek is een representatieve steekproef met een betrouwbaarheidspercentage van 95%. Het CDA heeft voorgesteld om naast het reguliere traject, ook bij aanvragen van paspoorten een enquêteformulier aan burgers mee te geven. Tot slot is het CDA van mening dat, wanneer de waarderingscijfers onverhoopt afnemen, er verder onderzoek noodzakelijk is.
Rekenkameronderzoek Grip op verbonden partijen in het sociaal domein
Nadat de besluitvorming van gemeenschappelijke regelingen zoals Rd4 van de agenda is gehaald, heeft het CDA kritische vragen gesteld over de gehanteerde werkwijze bij de totstandkoming van het rekenkamerrapport. Het doel van de rekenkamer is de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het bestuur gevoerde beleid te onderzoeken. De rekenkamercommissie betreft een instrument van Raad. Daarom vragen wij ons af waarom het rapport pas eind juni aan de Raad ter bespreking wordt verstrekt terwijl het concept al in april 2017 gereed was. Ook het College heeft het rapport al eerder gekregen en, ruim voordat de Raad het stuk heeft ontvangen, haar mening over het rapport op papier gezet en nu aan de Raad verstrekt. Ook de mededeling dat de rekenkamercommissie het conceptrapport met het College en de ambtenaren heeft bediscussieerd en vervolgens heeft aangepast alvorens het naar de Raad is gestuurd, is geen correcte gang van zaken wat ons betreft. Het CDA vraagt zich dan ook af wat er is aangepast en in hoeverre het rapport nog onafhankelijk te noemen is.
Dan de schriftelijke reactie van het College op het rekenkamerrapport. Deze is al verstrekt aan de Raad voordat het rapport in commissie en Raad behandeld is. Het College constateert dat er een totaaloverzicht ontbreekt van de totale risico’s en vraagt de verbonden partijen om de risico's in kaart te brengen. Het CDA is verbaasd over deze vraag van het College omdat wij in de afgelopen drie jaar, zowel bij de behandeling van de voorjaarsnota als bij de behandeling van de begroting, steeds aan het College hebben gevraagd om de risicoparagraaf te kwantificeren in plaats van overal “PM” in te vullen. Door “PM” in te vullen werden de risico’s in financiële zin dus niet meegenomen in de begroting. Het College heeft dat tot nu toe steeds geweigerd en aangegeven dat het kwantificeren niet kan c.q. onmogelijk is, en nu vraagt datzelfde College dat wel aan de verbonden partijen! Volgens het CDA is dit de omgekeerde wereld en wij zullen dan ook aan blijven geven dat de risico’s gekwantificeerd moeten worden in zowel de begroting als de voorjaarsnota.