Op 20 december jongstleden vond de laatste raadsvergadering van het jaar 2017 plaats. Op de agenda van deze raadsvergadering stond onder andere de vaststelling verordening Stimuleringsregeling terrassenbeleid centrumgebied als bespreekstuk geagendeerd, net als het ontwerpbesluit oprichting Gemeenschappelijke Regeling Werkgeversservicepunt Parkstad (WSP) en het Ontwerpbesluit vaststellen Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg. Onze standpunten rondom deze onderwerpen leest u hier.
In de gemeente Kerkrade was een beperkt en gedateerd terrassenbeleid uit 1997 van kracht. Gelet op de recentelijke ontwikkelingen in het Centrum zoals Centrumplan, cultuurcluster, Theater, Continium etc. werd het plan opgevat om het verouderde terrassenbeleid te actualiseren om de ruimtelijke kwaliteit van Kerkrade Centrum te verbeteren. Terrassen kunnen namelijk een positieve bijdrage leveren aan
het straatbeeld en aldus ook aan de aantrekkelijkheid van het centrum in het algemeen. Omdat het CDA bij de start van de gesprekken tussen de gemeente en de ondernemers signalen van patstellingen tussen gesprekspartners ontving heeft CDA bij de verdere besprekingen tussen gemeente en ondernemers een rol als intermediair vervuld. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat het College op 20 maart 2017 aan de ondernemers en vertegenwoordigers van Horeca Nederland het definitieve concept terrassenbeleid heeft gepresenteerd. Een onderdeel moest toen nog verder door het College worden uitgewerkt en dat was de Stimuleringsregeling die in deze raadsvergadering aan de raad is voorgelegd. Die regeling omvat de verstrekking van een gemeentelijke bijdrage in de kosten van een passende vervanging van bestaande, niet in overeenstemming met de Nota Terrassenbeleid zijnde, terrassen. CDA Kerkrade heeft ingestemd met deze stimuleringsregeling.
Op 22 februari 2017 heeft de raad al ingestemd met het oprichten van een tijdelijke WSP Parkstad BV tot
uiterlijk 1 januari 2018. Bij het besluit op 22 februari 2017 is toegezegd dat de detacheringstaken per 1 januari 2018 samengevoegd worden met het WSP Parkstad BV om zo te komen tot één rechtspersoon. Dit leidt tot een effectievere, efficiëntere en integrale aanpak in de werkgeversdienstverlening. CDA Kerkrade heeft ingestemd met dit besluit.
De CDA fractie heeft vanaf het begin van deze bestuursperiode aandacht gevraagd voor de wijze van besluitvorming binnen gemeenschappelijke regelingen; door het deelnemen in een verbonden partij worden de bestuursbevoegdheden op afstand gezet met als gevolg dat sturing en beheersing van verbonden partijen beperkt is. CDA heeft nog recentelijk, in september 2017, de wijze van besluitvorming en de invloed door de Raad op de besluitvorming van de gemeenschappelijke regelingen aan de kaak gesteld. Vanaf dat moment hebben diverse raadsfracties en College in navolging van CDA Kerkrade uitgesproken het onderwerp gemeenschappelijke regelingen te willen bespreken. Wij hebben daarom het College concreet gevraagd het onderwerp “de gemeenschappelijke regelingen” te agenderen voor een van de komende vergaderingen. Dat is door het College toegezegd.
Ook in deze raadsvergadering heeft CDA Kerkrade grote bedenkingen tegen deze structuurvisie en de voorstellen waar en hoe de aantallen worden teruggebracht geuit. Volgens CDA Kerkrade zijn de gevolgen voor Kerkrade en voor de individuele ondernemer op termijn desastreus. Met dit beleid wordt Kerkrade een gebied die niet meer interessant is voor investeerders en ontwikkelaars, waar de leefbaarheid door het weghalen van de nu nog aanwezige ondernemers wordt afgebroken met als gevolg dat jeugd nog meer wegtrekt dan nu al het geval is. CDA Kerkrade heeft in het verleden en ook nu weer gepleit voor een evenwichtige verdeling van de diverse onderdelen in Parkstad.
Helaas blijven de coalitiepartijen Burgerbelangen, PvdA, Lokaal Alternatief, Ouderenpartij en VVD de structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg steunen zonder inhoudelijk echt kritische opmerkingen te plaatsen behalve dat zij in navolging van CDA nu ook aandacht vragen voor de positie van de kleine ondernemers. De opmerkingen en kanttekeningen van CDA in de recente commissievergadering GEZ hebben weliswaar bij deze raadsfracties tot nadenken geleid maar dat heeft, helaas voor de kleine Kerkraadse ondernemer, er niet toe geleid dat het tot nu toe door de coalitiepartijen gehanteerde beleid, het kritiekloos en blindelings volgen van Collegevoorstellen, is gewijzigd.
Het betoog, gehouden door ons gemeenteraadslid Paul Dahlmans en terug te zien via https://raadsinformatie.kerkrade.nl/Vergaderingen/Gemeenteraad/2017/20-december/19:00/Ontwerpbesluit-inzake-vaststellen-nota-van-reacties-en-Structuurvisie-Ruimtelijke-Economie-Zuid-Limburg/fragment1/#filmfragment=5445&offset=1852 luidde als volgt.
Voorzitter, deze structuurvisie gaat over de toekomst van alle winkels, kantoren en bedrijfsterreinen van de 18 Zuid Limburgse gemeenten. Geconstateerd is dat er van alles te veel is en er wordt een voorstel gedaan hoe en waar de aantallen m2 winkels en kantoren moeten minderen om tot een gezonde leegstand te komen. Op plattegronden is met kleur aangegeven waar in de toekomst winkels en kantoren mogen uitbreiden. Voor winkels zijn dat het voetgangersgebied Kerkrade Centrum, het gebied rondom de Markt met een klein stukje Einderstraat, het Carboonplein met een klein stukje Akerstraat, de markt Eijgelshoven, het winkelblok Hertogenlaan en het winkelblok Maria Gorettiplein.Wanneer je de plattegronden bestudeert zie je dat die gebieden ook nog eens zijn verkleind ten opzichte van nu. En kantoren? Volgens de structuurvisie mogen geen kantoren meer worden gevestigd in Kerkrade. Vastgelegd is ook dat waar dat mag een aantal m2 winkels wordt uitgebreid dat er dan op een andere plek in Kerkrade dezelfde hoeveelheid m2 moet verdwijnen.Dat betekent ook dat in de overige Kerkraadse gebieden zoals bijvoorbeeld Terwinselen, Markt Spekholzerheide, Gracht, Kaalheide, Heilust, Holz, Chèvremont, Vink, Bleijerheide en Haanrade bestaande winkels en kantoren niet mogen uitbreiden en geen nieuwe mogen worden gevestigd. De daar nu bestaande winkels en kantoren mogen blijven zolang ze in bedrijf zijn. Komen ze langer dan 3 jaar leeg te staan dan kan de gemeente de winkel- of kantoorbestemming aan het pand onttrekken. Dat betekent dat de winkel of kantoorbestemming dan voorgoed weg is en dat ze gebruikt kunnen worden als ruilmiddel voor uitbreidingen waar dat wel mag omdat het totaalaantal m2 minder moet worden en niet meer. Van enige financiële compensatie voor de ondernemer is al op voorhand geen sprake en mocht Kerkrade niet instemmen met deze visie dan volgen mogelijk sanctiemaatregelen van de provincie. Dat zijn de gemaakte afspraken waarbij ons College betrokken is geweest.Voorzitter, kijk je naar de kantoorpanden in Kerkrade dan staan er een aantal al geruime tijd leeg, bijvoorbeeld het oude administratiekantoor naast de Atriumflat, een deel van het defensiegebouw, de kantoren op de Rodaboulevard boven Praxis en Decathlon, het oude postkantoor, de kantoren aan de Wijngracht 64, het politiebureau aan de Ailbertuslaan, de voormalige kantoren van de inspectiedienst. De kantorenmarkt is slecht en omdat is afgesproken dat kantoren alleen nog in Heerlen, Maastricht, Sittard en Geleen mogen komen is de consequentie dat op termijn de bestemming kantoor wordt onttrokken, dat alle kantoorlocaties leeg blijven en uiteindelijk uit Kerkrade mogelijk verdwijnen. Slecht voor het imago van onze stad en slecht voor de werkgelegenheid.Veel panden in gebieden die niet mogen uitbreiden zijn eigendom van kleine ondernemers en zullen onderdeel zijn van hun pensioenvoorziening. Na sluiting van de winkel zou die worden verkocht en dat zou een deel van hun pensioen worden. Dat wordt nu door deze regeling vrijwel onmogelijk gemaakt. Door de wetenschap dat na 3 jaar leegstand de bestemming kan worden onttrokken wordt het pand moeilijk of niet verkoopbaar. De panden blijven leeg staan, er is doordat er minder pensioen is geen geld voor onderhoud en de boel gaat sneller verpauperen. Met dit beleid wordt Kerkrade ook een gebied dat niet meer interessant is voor investeerders en ontwikkelaars, de leefbaarheid wordt afgebroken door het uiteindelijk verdwijnen van de bedrijvigheid. Dat is slecht voor iedereen, de eigenaren, de bewoners en de gemeente. Ouderen kunnen moeilijker de dagelijkse inkopen doen, jeugd is niet geïnteresseerd in een verpaupert gebied en trekt weg en zo kom je niet uit de neerwaartse spiraal. En dat is toch wat we juist tegen willen gaan.De oorzaak van het feit dat geen enkele van de kleine zelfstandige Kerkraadse ondernemers gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen zou kunnen liggen in het feit dat de kleine en zelfstandige ondernemers in Kerkrade niet bekend zijn met deze verstrekkende visie en bijbehorende winkelhiërarchie en plattegronden doordat de inspraaktermijn gelijk liep met de zomervakantieperiode. Daarom hebben wij in de commissievergadering een dringend beroep op wethouder Schneider gedaan om deze ontwerp structuurvisie aan te houden, om op basis van de visie en de plattegronden ook het gesprek met de kleine, zelfstandige ondernemers aan te gaan en daarna naar de Raad terug te koppelen. Het ontnuchterende antwoord van wethouder Schneider was “dat hij niet van plan was een referendum onder de ondernemers te houden”.Voorzitter, het mag duidelijk zijn dat dit voorstel desastreus is voor de ontwikkeling van Kerkrade. Wij hebben al in september gewaarschuwd dat de gevolgen van deze visie voor Kerkrade veel ingrijpender zijn dan wordt voorgespiegeld. In de stukken, de nota van toelichting, pag. 1, 4e alinea staat en ik citeer: “eerder hebben de Colleges op hoofdlijnen ingestemd met de 95% kaarten en de winkelhiërarchie”. Wij begrijpen dat niet. Het College zit er toch om de belangen van onze inwoners en onze ondernemers te behartigen. Daar blijkt weinig van.Dat er iets moet gebeuren is ook voor CDA een feit. Je kunt niet ongelimiteerd winkels en kantoren blijven bouwen. Markt en koopgedrag zijn veranderd. Daarom heeft CDA Kerkrade in het verleden meer dan eens gepleit voor een evenwichtige verdeling van de diverse maatregelen over heel Parkstad. Dat het door Parkstad zelfbenoemde centrumicoon Heerlen daarbij wat meer krijgt dan de andere Parkstadgemeenten is nog enigszins te verdedigen, maar dat het woon-, winkel en kantooricoon overeind moet worden gehouden ten koste van de omliggende gemeenten kan er bij ons niet in. Van een evenwichtige verdeling is hier geen sprake. Heerlen mag winkels en kantoren toevoegen aan de al leegstaande m2 en zo wordt Heerlen beloond voor het feit dat ze in de achterliggende periode bewust winkels en kantoren voor leegstand hebben gebouwd en onder andere de Kerkraadse bevolking gaat daarvoor de rekening betalen. Dat wij niet de enige zijn die twijfels hebben blijkt onder meer uit recente perspublicaties in het Limburgs Dagblad in het kader van deze structuurvisie “Uitsterfbeleid winkelgebieden” en “Brunssum gaat niet op slot”.Voorzitter, een evenwichtige verdeling betekent voor ons dat in elke gemeente zowel winkels als kantoren mogen worden gevestigd en overtollige m2 uit de markt worden gehaald. Over de hoeveelheid moet je “evenwichtige” afspraken maken. Baseer bijvoorbeeld het aantal m2 op het aantal inwoners, dat zou al een evenwichtige verdeling zijn. Wij stellen voor dat het College opnieuw aan de gesprekstafel gaat zitten met de opdracht te zorgen voor een evenwichtige verdeling van winkels, kantoren en bedrijfsruimten en ons gedurende de gesprekken te blijven informeren over de voortgang.Wij roepen de andere raadsfracties op ons daarin te ondersteunen. De toekomst van Kerkrade is te belangrijk om zonder slag of stoot akkoord te gaan met dit voorstel.